Mini kerstster

Mini kerstster

Ja, de mini kerstster staat graag op een lichte plaats zonder direct zonlicht

De kerstster (Euphorbia pulcherrima) wordt soms nog bij haar oude naam Poinsettia genoemd. In Midden-Amerika, met name Mexico, waar de planten in het wild groeien, worden het grote struiken. Als ze bloeien vallen ook daar de felgekleurde schutbladeren op, maar die zijn bij de wilde soort wel een stuk kleiner dan bij de planten die wij als kerstster kennen. GroenRijk heeft nu leuke mini-kerststerren voor je in de aanbieding. Eigenlijk zijn dat baby-plantjes die al wel rijk bloeien. Met hun 12 cm zijn het miniaturen van de grote kerststerren op stam die gemakkelijk 60 cm hoog kunnen zijn. Juist dat kleine is heel aantrekkelijk en geeft een eigen sfeer. Ze zijn heel mooi en hebben diverse kleuren waarmee je prachtig kunt combineren. Vroeger was er alleen de rode, nu zijn ze er ook met roze, witte en crème schutbladeren rond de minieme groengele bloempjes.

Kerststerren zijn een wolfsmelksoort
Dat kun je zien als je de baby-kerststerren zou doorkweken en ook zou gaan snoeien. Dan zul je zien dat er kleverig, wit melksap uit de takken komt. Dat melksap sluit na enige tijd open snoeiwonden af. Net zoals bloed verdroogt het tot een korst. Zo beschermt de plant zichzelf tegen gevaarlijke indringers en infecties. Er wordt vaak gedacht dat kerststerren wegwerpplanten zijn, maar die bestaan niet in de natuur. Je kunt de baby-kerststerren met wat zorg heel goed overhouden en ze tot volwassen planten opkweken waar je jaren plezier van kunt hebben. Dat is wat de kwekers zelf ook doen. Het proberen waard en nog leuk ook!

Goede verzorging is niet moeilijk
Kerststerren zijn sterke planten, maar ze horen wel in de tropen thuis. Ze hebben een hekel aan kou (met vorst weten ze geen raad), maar vreemd genoeg hebben ze ook moeite met vrij hoge temperaturen. Ideaal is een kamertemperatuur van 18-2 °C. Voorkom grote temperatuurschomme-lingen. Je kerstster kan daarop reageren door zijn blad te laten vallen. Dat doet hij zeker bij te lage temperaturen, maar ook als hij op de tocht of te lang nat staat. Zet je plantjes op een lichte plek, maar niet in direct fel en heet zonlicht (dus niet voor een raam pal op het zuiden), maar ook niet boven een radiator of dicht bij een kachel. Geef niet te veel water – kerststerren hebben een hekel aan ‘natte voeten’ – maar zorg wel dat de potgrond nooit helemaal uitdroogt. Voel gewoon even met een vinger op de potgrond of deze wat droog aanvoelt. Als dat zo is kun je opnieuw water op kamertemperatuur geven. En giet overtollig (doorgelekt) water af (uit de pot of van de onderschotel). De plantjes vinden het ook lekker als je het blad zo nu en dan benevelt (met fijne waterdruppeltjes uit een nevelspuit). Dat houdt de lucht wat vochtiger. Door te droge lucht kunnen de bladranden geel of bruin worden. De planten staan in kleine 6 cm-potjes en hebben het voedsel uit het beetje potgrond dat erin zit, vrij snel verbruikt. Geef daarom eens per week vloeibare plantenvoeding in het gietwater. Als je ze wilt overhouden, kun je ze het beste overplanten in een wat grotere pot met meer potgrond zodat ze goed door kunnen groeien. Geef dan na de bloei (tot mei) minder water. Het is dan hun rustperiode. Vanaf mei weer meer water geven en dan ook weer wekelijks plantenvoeding. Zet de planten tijdens de zomer op een beschuit, niet te warm plekje buiten. Vanaf oktober een zogenaamde kortedag-behandeling geven (zie hieronder). Die hebben ze nodig om weer te kunnen bloeien.

Kortedagplanten
Een kerstster gaat pas bloeien als hij eerst een periode met weinig licht (korte dagen) heeft meegemaakt. Die eigenschap maakt het voor kwekers mogelijk om de natuurlijke bloeitijd te variëren. Ze laten ze ca. acht weken lag iedere dag veertien uur in het donker staan. Dat is de kortedag-behandeling. Daarna gaan de schutbladeren ronde de bloempjes kleuren en die kleurige bladeren sieren de planten weken- tot maandenlang.

TIPS

  • Zorg dat je het kleverige, witte melksap uit de planten niet aan je handen krijgt. Als je er daarna mee in je ogen zou wrijven of je krijgt het sap in je mond, kan dat vervelende irritatie geven.
  • Als de planten na een beschadiging erg bloeden, kun je wondjes dichtschroeien met een brandende lucifer.
  • Vervoer de plantjes goed ingepakt. En thuis pas uitpakken. Kou tijdens het vervoer kan funest zijn.

In kort bestek
De kleurrijke mini-kerststerren die GroenRijk nu aanbiedt zijn aantrekkelijke baby-planten die al trots hun prachtig getinte schutbladen rond de bloemschermen laten zien. Ze doen het uitstekend op een lichte, tochtvrije plek in huis en bij normale kamertemperaturen. Zet ze in een leuk overpotje, geef regelmatig (niet te veel!) water en eens per week wat plantenvoeding. Dan heb je er een hele tijd plezier van. 

Kijk ook eens naar de volgende berichten:

De kleurrijke Cyclaam

Cyclamen ruiken een beetje naar viooltjes. Wie daar niet gelijk een geurbeleving bij heeft, kan het beste denken aan honing. Aan zijn viooltjesgeur dankt de Cyclaam wellicht zijn bijnaam Alpenviooltje. Niet alleen de heerlijke geur maakt de Cyclaam tot een echte herfsttopper…

Kleurrijk: Bont het najaar in!

De Cyclaam is een schitterende najaarsbloeier voor in huis of in je tuin. Uit dit knolgewas groeien fiere bloemen met helder rode...

Lees meer...
Bosviolen blijven maar bloeien

De ijzersterke Viola cornuta is er in vele vrolijke kleuren, bloeit maandenlang en komt prima de winter door. Met een kleurrijke mix van GroenRijk geef je je tuin, terras of balkon zelfs in de wintermaanden nog een vrolijke sfeer.

 

Mix van kleuren

Het bosviooltje (Viola cornuta) komt oorspronkelijk vooral voor in de Pyreneeën, Alpen en Apennijnen en zie je tegenwoordig in veel tuinen. Hij is wat kleiner en verfijnder dan...

Lees meer...
Peperomia’s: kleine planten met grootse bladeren

Peperomia’s zijn mooie, compacte planten die je huiskamer snel opfleuren. Ze verschillen van elkaar in grootte, bladvorm en kleur, maar vormen samen toch een hele leuke combinatie.

 

Peperomia’s verschillen vaak zo van elkaar, dat je eigenlijk niet door hebt dat ze familie zijn. Sommige hebben dik, vetplantachtig blad, anderen juist flinterdunne bladeren aan lange stengels. In de natuur zijn er naar alle waarschijnlijkheid wel meer dan 1000...

Lees meer...